Geschreven door Leticia Cox, Vertaald door Shoshanah Gerstenbluth
Een derde van de Indonesische bevolking bestaat uit kinderen – dat zijn ongeveer 85 miljoen jonge mensen, waarmee Indonesië het op drie na grootste kinderbestand ter wereld heeft. Onderwijs voorziet de mensheid van informatie, kennis, vaardigheden en ethiek en helpt ons onze verantwoordelijkheden tegenover de samenleving, familie en natie te begrijpen, te respecteren en na te leven. Bovendien stelt onderwijs ons in staat vooruitgang te boeken.
Onderwijs is een levenspad waarmee men leert en kennis deelt met anderen. “Onderwijs is de grote motor van persoonlijke ontwikkeling. Het is door onderwijs dat de dochter van een boer arts kan worden, de zoon van een mijnwerker het hoofd van de mijn, en het kind van landarbeiders de president van een grote natie,” aldus de voormalige Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela.
In Indonesië, zoals in veel delen van de wereld, zijn kinderen verplicht twaalf jaar onderwijs te volgen. Dit bestaat uit basisonderwijs (klas 1-6), lager secundair onderwijs (klas 7-9), hoger secundair onderwijs (klas 10-12) en eventueel hoger onderwijs. Jongeren kunnen kiezen tussen openbare, niet-sektarische scholen, beheerd door het Ministerie van Nationaal Onderwijs (Kemdiknas), en religieuze (islamitische, christelijke, katholieke of boeddhistische) scholen, die semi-particulier of particulier gefinancierd worden en onder het beheer van het Ministerie van Religieuze Zaken vallen.
Meer dan twee jaar na de COVID-19-pandemie worstelen zowel studenten als docenten in Indonesië en de rest van de wereld nog steeds met een ernstige leercrisis. Een rapport uit juni 2022 van UNICEF, UNESCO, de Wereldbank en anderen onthult dat naar schatting 70 procent van de 10-jarigen wereldwijd niet in staat is om een eenvoudige tekst te begrijpen, tegenover 57 procent vóór de pandemie.
De nasleep van COVID-19.
Al vóór de COVID-19-pandemie presteerde het Indonesische onderwijssysteem onder de verwachtingen van het curriculum, met aanzienlijke verschillen in prestaties tussen geslachten, regio’s, kinderen met en zonder handicap, en andere gemarginaliseerde groepen. De meeste geteste leerlingen presteerden twee niveaus onder hun eigen klasniveau. Zo bleek dat leerlingen van groep 5 gemiddeld op het leesniveau van groep 3 zaten.
Onderzoek en veldonderzoeken wijzen uit dat een van de oorzaken hiervan een gebrek aan duidelijke leerdoelen vóór aanvang van onderwijsactiviteiten was. Zonder helderheid over de te bereiken doelstellingen hadden studenten en docenten onvoldoende richting binnen het leerproces. In sommige regio’s is er zelfs een toename in het aantal basisschoolleerlingen dat niet kan lezen bij aanvang van de schoolloopbaan.
De massale sluiting van scholen en het verlies van banen als gevolg van COVID-19 hebben deze situatie verergerd. Lagere prestaties komen sterker naar voren bij kwetsbare kinderen, waaronder kinderen uit gezinnen met lage inkomens, kinderen met een handicap en kinderen uit onderontwikkelde gebieden, die het grootste risico lopen om buiten het onderwijs te vallen.
Zelfs vóór de pandemie waren kinderhuwelijken al een probleem in sommige armere regio’s. Er zijn aanwijzingen dat het aantal kinderhuwelijken tijdens de pandemie toenam, omdat gezinnen met lage inkomens probeerden hun economische lasten te verlichten.
Kinderarbeid wordt nu vaker thuis of ter ondersteuning van het huishoudelijk inkomen verricht, bijvoorbeeld in de landbouw en visserij, omdat lockdown-maatregelen de kansen op werk verder beperkten.
Ook Indonesische kinderen met een handicap staan voor grote uitdagingen. Onderzoek heeft aangetoond dat de handicap van kinderen of hun ouders van invloed is op hun leerproces en op de kans dat ze naar school terugkeren.
Slechte onderwijsvoorzieningen en infrastructuur
Slechte voorzieningen in het onderwijs en daarboven de kwaliteit van de infrastructuur vormen een groot deel van de onderwijsuitdagingen in Indonesië. Ongeveer 75 procent van de Indonesische scholen ligt in rampgevoelige gebieden. Indonesië, dat bijna 800.000 vierkante mijl beslaat, is kwetsbaar voor aardbevingen, tsunami’s, harde wind, vulkaanuitbarstingen, aardverschuivingen en overstromingen.
Ongelijke toegang tot internet en verschillen in de bevoegdheid van leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs vormen eveneens grote uitdagingen bij de implementatie van afstandsonderwijs. Leren op afstand, vooral voor jonge kinderen en gezien de variatie in digitale toegang binnen het land, versterkt de ongelijkheid onder gemarginaliseerde kinderen.
Lage kwaliteit van leerkrachten
Een belangrijke oorzaak van de lage onderwijskwaliteit in Indonesië is de beperkte vaardigheid van de leerkrachten, wat vaak het gevolg is van het selectieproces. In plaats van een selectie gebaseerd op professionele onderwijzers, is het aanwervingsproces vaak gericht op het voldoen aan eisen van de ambtelijke sector.
Veel leerkrachten missen de professionaliteit om hun taken uit te voeren zoals omschreven in Artikel 39 van Wet nr. 20 van 2003: lessen plannen, uitvoeren, leerresultaten beoordelen, mentorschap en opleiding geven, onderzoek verrichten en bijdragen aan de gemeenschap.
Bij de aanwerving van leerkrachten binnen het overheidsapparaat worden doorgaans geen hoge eisen gesteld aan de didactische vaardigheden die een professionele leerkracht nodig heeft.
In een recent onderzoek scoorden docenten in het onderwijssysteem die de ‘Teacher Competency Test’ (UKG) aflegden, die hun vaardigheden in lesgeven en vakkennis test, vaak lager dan de minimale norm. Het onderzoek wijst verder uit dat een aanzienlijk aantal docenten niet voldoet aan de door de overheid gestelde normen qua opleiding: dit betreft 64,09% in het lager secundair onderwijs, 61,5% in het hoger secundair onderwijs, en 10,14% in het beroepsonderwijs.
Het leraarschap vraagt om complexe vaardigheden en een sterke motivatie om studenten te begeleiden. Tegelijkertijd ligt binnen het aanwervingsproces de nadruk op nationalisme en algemene kennis, niet op onderwijsvaardigheden.
Aankomende leerkrachten die bij de selectie van essentiële competenties het hoogst scoren, maken een schriftelijke toets over de inhoud van de vakken en lesmanagement, terwijl de professionele competentie als leerkracht niet beoordeeld wordt. In het algemeen kan de huidige aanwervingsprocedure in het ambtenarenproces niet de meest vaardige leerkrachten selecteren – de nadruk ligt op nationalisme en algemene kennis in plaats van op didactiek en passie.
In het onderwijs is een “roeping” essentieel voor een leraar: een sterke motivatie om kennis over te dragen en het potentieel van studenten te ontwikkelen. Zonder deze roeping is het moeilijk om een goede leerkracht te zijn.
Geschreven door Leticia Cox, Vertaald door Shoshanah Gerstenbluth
Verwijzingen
https://ijble.com/index.php/journal/article/view/64/71
https://www.unicef.org/eap/media/9326/file/Sit An – Indonesia case study.pdf
https://www.unicef.org/indonesia/education-and-adolescents
https://www.intechopen.com/chapters/81594
https://jakartaglobe.id/news/poor-quality-of-education-casts-shadow-on-indonesias-future-job-market
Foto omslag door Husniati Salma via Unsplash